Met de Subsidieregeling praktijkleren stimuleert het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkgevers om praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen aan te bieden. Vanaf 2014 tot 2019 stelt het ministerie jaarlijks € 205 miljoen subsidie beschikbaar. Het tijdvak van digitale indiening in 2015 loopt van 2 juni 2015, 9.00 uur tot en met 15 september 2015, 17.00 uur. Voor alle erkende aanvragers is het aanvraagformulier op 2 juni 2015 om 9.00 uur beschikbaar.
De subsidie is een tegemoetkoming voor een werkgever in de kosten die hij maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Ook is de subsidie een tegemoetkoming in de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio). De werkgever is het bedrijf of de organisatie dat het praktijkdeel van de opleiding voor de deelnemer verzorgt. Bij de doelgroepen promovendi en toio’s is een werkgever gedefinieerd als een privaatrechtelijke rechtspersoon, niet de bijzondere universiteiten en onderzoeksorganisaties.
Het jaarlijkse budget wordt als volgt over de doelgroepen verdeeld:
- € 1,4 miljoen voor praktijkleerplaatsen in het Vmbo;
- € 188,9 miljoen voor praktijkleerplaatsen in het Mbo;
- € 8 miljoen voor praktijkleerplaatsen in het Hbo;
- € 6,7 miljoen voor werkleerplaatsen voor promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding.
Het subsidiebedrag voor een werkgever per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare bedrag voor de desbetreffende categorie gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijk- of werkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie binnen die categorie. Het maximum is € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert de subsidieregeling uit in opdracht van het ministerie.