Vanaf 15 januari tot en met 29 mei 2015 is het derde aanvraagtijdvak opengesteld, waarin sectorplannen kunnen worden ingediend. Het totale beschikbare budget voor dit tijdvak is € 150 miljoen. Agentschap SZW heeft een flyer gepubliceerd, waarin de belangrijkste informatie over dit derde tijdvak is opgenomen. Een aanvraag wordt ingediend namens een samenwerkingsverband van relevante partijen op de arbeidsmarkt, waarvan in ieder geval een werkgevers- en een werknemersorganisatie deel uitmaken.
In het derde aanvraagtijdvak cofinanciering sectorplannen gaat het erom met ontslag bedreigde werknemers van werk-naar-werk, of werkzoekenden zonder baan aan werk te helpen. Belangrijk is daarom goed inzicht te hebben in kansrijke beroepen in sectoren en regio’s waar juist banen ontstaan of moeilijk vervulbare vacatures zijn. Uit de aanvraag van het sectorplan moet blijken op welke kansrijke beroepen de aanvraag zich richt en welke scholing of andere activiteiten noodzakelijk zijn om mensen naar deze kansrijke beroepen te begeleiden. Een samenwerkingsverband kan voorstellen indienen die aansluiten bij de (regionale) situatie en praktijk, waarbij de activiteiten gericht moeten zijn op vier doelen:
- van werk naar een ander beroep bij een andere werkgever;
- van werk naar hetzelfde beroep bij een andere werkgever;
- van WW naar een ander of hetzelfde beroep bij een andere werkgever dan waar de werkloosheid is ontstaan;
- van overig naar een ander of hetzelfde beroep.
De aanvragende partijen financieren tenminste de helft van de kosten. De cofinanciering bedraagt maximaal 50% van de gemaakte kosten van alle activiteiten in het sectorplan. Kosten die voor cofinanciering in aanmerking kunnen komen zijn onder meer: de kosten voor begeleiding en arbeidsbemiddeling, het opzetten van een infrastructuur voor van werk naar werk, het in kaart brengen van de competenties van de werknemer, bij- en omscholing (ook versneld opleiden).
Het Agentschap SZW beoordeelt op volgorde van binnenkomst of de ingediende aanvraag voor cofinanciering voldoet aan de gestelde voorwaarden voor een volledige aanvraag. Met het budgetplafond voor de derde tranche van € 150 miljoen wordt het maximale budget van € 590 miljoen voor toekenningen bereikt. Zodra het budget op is, kunnen geen aanvragen meer worden toegekend. Voor het bepalen van het bereiken van het subsidieplafond binnen het aanvraagtijdvak, geldt de regel dat aanvragen in behandeling worden genomen in de volgorde waarin zij volledig zijn ingediend. Daarom geldt er voor de aanvragen van het derde tijdvak een strikte volledigheidstoets voor de aanvragen. Als de aanvraag volledig is, ontvangt de aanvrager een ontvangstbevestiging. Onvolledige aanvragen dienen eerst te worden aangevuld, pas dan kan de aanvraag in behandeling worden genomen.