Het kabinet heeft vorige week aangegeven dat de BIK met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 wordt ingetrokken. Daarmee wordt deze veelbesproken investeringsregeling de kop al ingedrukt voordat deze zich goed en wel boven het maaiveld heeft kunnen oprichten.
Op onze website heeft u in de afgelopen maanden de nodige berichtgeving kunnen lezen over de totstandkoming en officiële publicatie (in het Belastingplan 2021) van de BIK. De geboorte van deze regeling heeft de nodige voeten in aarde gehad. Het kabinet was voornemens om de beoogde opbrengsten van de afschaffing van de dividendbelasting, die uiteindelijk (2018) geen doorgang heeft gevonden, alsnog ten goede te laten komen aan het bedrijfsleven door een fiscale korting te bieden op investeringen. De achterliggende doelstelling van de BIK was om bedrijven te stimuleren om ook tijdens economisch moeilijke tijden te blijven investeren. Hiertoe was een jaarlijks budget van € 2 miljard gereserveerd voor zowel 2021 als 2022.
Echter, nu is bekend geworden dat ook deze stimuleringsmaatregel er in de praktijk niet zal komen. Het kabinet heeft aangegeven dat de BIK wordt ingetrokken en wordt vervangen door een verlaging van de AWF-premie…
Waarom gaat de BIK nu alsnog van tafel?
De BIK is eind vorig jaar “informeel” voorgelegd aan de Europese Commissie, zodat de BIK erkend zou worden als geoorloofde staatssteun. Echter, de Europese Commissie heeft in een reactie juist laten weten dat de regeling mogelijk aangemerkt zou kunnen worden als ongeoorloofde staatsteun. Een flinke streep door de rekening van het kabinet, dat overigens vorig jaar al door de Raad van State gewaarschuwd werd over de juridische houdbaarheid van de regeling. Koren op de molen van de linkse oppositie en aanleiding tot een nieuwe wetswijziging, aan de hand waarvan de BIK met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken. Het plan is nu om het budget van € 2 miljard voor 2021 te besteden aan een verlaging van de premiebetalingen aan het werkloosheidsfonds. Door deze premies te verlagen hoopt het kabinet alsnog de investeringen vanuit het bedrijfsleven te stimuleren.
Met veel belangstelling wordt het formatieproces gevolgd, onder andere met het oog op evt. nieuwe wijzigingen in het financiële instrumentarium om het bedrijfsleven te stimuleren de Nederlandse economie door deze lastige tijden te loodsen. Laten we vooral hopen dat het bedrijfsleven in de gelegenheid gesteld wordt om haar kop boven het maaiveld uit te blijven steken.