In een recente ontwikkeling heeft Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat de Tweede Kamer geïnformeerd over de bevindingen van een onderzoek naar de onverwachte daling van subsidieaanvragen voor nieuwe particuliere elektrische personenauto’s. Dit betreft aanvragen voor de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren (SEPP).
Het onderzoek, met de naam ‘De rol van de SEPP bij aanschaf van een elektrische auto,’ is in opdracht van Staatssecretaris Heijnen uitgevoerd om de redenen achter de afname van subsidieaanvragen voor nieuwe particuliere elektrische auto’s in 2023 te achterhalen. In de brief aan de Tweede Kamer deelt de staatssecretaris belangrijke onderzoeksresultaten en bespreekt ze haar toekomstige stappen.
De SEPP-regeling was tot dit jaar erg succesvol voor zowel nieuwe als gebruikte personenauto’s. In de voorgaande drie jaar werden de jaarlijkse budgetten voor nieuwe elektrische personenauto’s vroegtijdig uitgeput, en in 2021 en 2022 gold dit eveneens voor gebruikte auto’s. Particulieren moesten dus wachten tot er in een nieuw jaar weer budgetten beschikbaar waren. Dit jaar is echter een opmerkelijke verandering opgetreden voor nieuwe auto’s. Waar een het budget vorig jaar eind mei al uitgeput was, blijven de aanvragen dit jaar behoorlijk achter.
Naar verwachting zal aan het einde van dit jaar ongeveer 35% (ongeveer € 23,5 miljoen) van het deelbudget voor nieuwe elektrische auto’s (€ 67 miljoen) onbenut blijven. De aanvragen voor gebruikte elektrische auto’s verlopen echter volgens plan, en dit deelbudget van € 32,4 miljoen zal naar verwachting medio december 2023 volledig zijn uitgeput.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de aankoopkosten van een emissievrije auto (EV) de belangrijkste rol spelen bij de aarzeling om (nog) geen EV aan te schaffen. Dit geldt vooral voor (potentiële) kopers van tweedehandsauto’s. Bij (potentiële) kopers van nieuwe auto’s spelen naast de aankoopkosten ook factoren zoals actieradius en laadmogelijkheden een doorslaggevende rol bij het uitstellen van de aanschaf van een EV.
Opvallend genoeg lijkt de hoogte van het subsidiebedrag een beperkte rol te spelen wanneer hier direct naar wordt gevraagd, zowel bij degenen die een EV wel overwegen als bij degenen die dat niet doen. Voor mensen die al een EV hebben aangeschaft of overwegen, speelt de SEPP-subsidie echter wel een belangrijke rol, met 62% die aangeeft dat het subsidiebedrag een doorslaggevende of grote rol speelt. Desalniettemin blijken de aanschaf- of leasekosten (meer dan 85%), de mogelijkheid om thuis op te laden (83%), gebruikskosten (81%), onderhoudskosten (78%) en milieuaspecten (65%) allemaal belangrijker te zijn.
Kopers van nieuwe auto’s noemen een te laag subsidiebedrag vaker dan kopers van tweedehandsauto’s als reden om geen EV aan te schaffen, hoewel aankoopkosten voor tweedehandskopers van groter belang zijn. Mogelijk verwachten tweedehandskopers dat het subsidiebedrag sowieso te laag zal zijn om de (gepercipieerde) hogere prijs van tweedehands EV’s te overbruggen, waardoor het subsidiebedrag zelf een beperkte rol speelt.
Desondanks kan het subsidiebedrag wel degelijk een rol spelen. Voor 53% van degenen die momenteel geen EV overwegen, is een hoger subsidiebedrag een reden om in de toekomst ‘zeker’, ‘waarschijnlijk’ of ‘misschien’ een EV te overwegen. Na de mogelijkheid om op te laden via eigen zonnepanelen (in totaal 57%) is dit de meest genoemde voorwaarde. Voor kopers van nieuwe auto’s geldt dit zelfs nog sterker (62%). De exacte hoogte van het vereiste subsidiebedrag is echter niet onderzocht in dit rapport.
Wat betreft de vervolgstappen heeft Staatssecretaris Heijnen besloten om de geplande verlaging van het subsidiebedrag voor nieuwe auto’s in 2024 binnen de bestaande regeling uit te stellen. Hiermee keert ze terug naar de oorspronkelijke afbouwreeks die in 2020 werd vastgesteld, in plaats van de versnelde afbouw die in 2021 werd ingezet. Dit betekent dat het subsidiebedrag voor nieuwe auto’s in 2024 niet zal dalen naar € 2550, maar op € 2950 zal blijven staan. Het subsidiebudget voor nieuwe EV’s dat naar verwachting dit jaar onbenut zal blijven, wordt ook overgedragen naar 2024 en gaat dus niet verloren.
Voor eventuele nieuwe stimuleringsmaatregelen na 2025 zal een nieuw kabinet verantwoordelijk zijn. In het aanvullende klimaatpakket van dit voorjaar is wel het voornemen opgenomen om de subsidieregeling voor gebruikte elektrische auto’s te verlengen tot en met 2029. De details van deze verlenging, waaronder het subsidiebedrag, catalogusprijs, minimale voertuigleeftijd, en meer, moeten nog worden uitgewerkt. Staatssecretaris Heijnen zal het voorstel voor de verlengde regeling naar verwachting in de loop van 2024 aan de Tweede Kamer voorleggen.