Met de postcoderoosregeling krijgen energiecoöperaties de mogelijkheid om een belastingkorting van 10,7 cent per kWh (de volledige energiebelasting) door te berekenen aan hun afnemers. Die afnemers kunnen alleen gezocht worden in de zogenoemde postcoderoos: het viercijferige postcodegebied waarin de productie-installatie staat, plus alle direct aangrenzende postcodegebieden.
De regeling is zo complex dat coörporaties die ermee aan de slag willen ook echt de diepte in moeten om dat tot een goed einde te brengen. Dat heeft volgens directeur Siward Zomer van Ode Decentraal, in de veelal particuliere wereld van decentrale coörporaties voor een flinke professionalisering gezorgd.
Van de 58 aanvragen zijn 30 projecten toegewezen en zijn er nog 11 in behandeling. Dit aantal wordt nog als weinig beschouwd, maar over het mislukken van de postcoderoosregeling heeft de directeur van Ode Decentraal het niet, zoals wel voorganger E-decentraal anderhalf jaar geleden. Zomer ziet namelijk dat nu voor een groot deel het wiel is uitgevonden, en dat hoeft niet nog eens te gebeuren. Zo heeft de coöperatie Zon op Nederland volgens Zomer de afspraken met vrijwel alle energieleveranciers gestandaardiseerd. “Dat is vanaf nu een kwestie van kopiëren.”
Dat kan wel eens leiden tot een exponentiële groei van het aantal postcoderoosprojecten. Daarmee lijkt minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) alsnog gelijk te krijgen. Terwijl bijna de hele Tweede Kamer hem de term ‘bureaucratisch wangedrocht’ in het gezicht smeet, stelde hij in het najaar van 2014 dat de postcoderoosregeling een heel goede regeling was, die gewoon nog even wat tijd gegund moest worden alvorens heel veel van de grond zou komen. Met elf toegewezen projecten op een totaal van zestien in de eerste helft van 2016 en nog eens elf in de pijplijn beweegt de trend zich in elk geval in de juiste richting.