Op de openingsdag van de SDE+ 2015, vorige week dinsdag, zijn in totaal 47 subsidie-aanvragen gedaan. De maximale budgetclaim van deze aanvragen is EUR 992,7 mln op een totaalbudget van EUR 3,5 mrd. Het grootste deel van de aanvragen valt in de categorie hernieuwbare warmte, maar ook drie zonnestroomprojecten hebben op de eerste dag een aanvraag ingediend.
Met bijna EUR 1 mrd aangevraagd budget op de eerste dag, komt de SDE+ dit jaar een stuk sneller op stoom dan vorig jaar, toen de teller na dag 1 bleef steken op EUR 84,1 mln en elf aanvragen.
Dat projecten voor zon-PV in de eerste fase een aanvraag indienen, is vrij verrassend, omdat het binnen de systematiek van de SDE+ juist als een van de duurste technieken wordt gezien. ECN en DNV GL hanteren voor zonnepanelen in 2015 een basisbedrag van 14,1 cent per kWh, waarmee de techniek eigenlijk pas in de laatste (negende) fase in aanmerking zou komen voor subsidie. Het staat aanvragers in elke fase echter vrij om gebruik te maken van de “vrije categorie”, waarin het basisbedrag per fase oploopt met 1 cent. In de eerste fase is het bedrag voor die vrije categorie 7 cent per kWh. Misschien nog wel opmerkelijker dan dat de PV-aanvragen überhaupt binnenkomen in de eerste fase, is dat vorig jaar op de eerste dag ook precies drie aanvragen werden gedaan in deze categorie.
Naast de drie aanvragen voor zonnestroom zijn er op 31 maart 44 aanvragen binnengekomen voor hernieuwbare warmte, waarvan 35 voor de subcategorie ‘ketel vaste of vloeibare biomassa’. Ook kwamen er op de eerste dag drie aanvragen binnen voor geothermie. In 2014 werden in totaal maar vijf aanvragen ingediend voor geothermie, een techniek die in 2012 en in iets mindere mate ook in 2013 nog een groot deel van het SDE+-budget wist op te slokken.
(Bron: RVO)